Doel 3-7 Schonere bodem en beter benutte bodem en ondergrond
Doel en beoogd maatschappelijk effect?
In het verleden is niet altijd even netjes met de bodem omgesprongen. De bodem was eeuwenlang een plek waar afval in werd achtergelaten. De provincie wil een schonere bodem. Begin jaren 80 is een grote saneringsoperatie gestart. Na 35 jaar saneren komt een historische mijlpaal in zicht. Rond 2021 zijn er in de provincie Zuid-Holland geen locaties meer waar bodemverontreiniging voor onaanvaardbare risico’s zorgt.
De provincie is conform de Wet bodembescherming de overheidslaag die verantwoordelijk is voor de aanpak van bodemverontreinigingen en de zogenoemde spoedlocaties. Dit zijn locaties met grote risico’s voor mensen en/of risico’s voor de natuur. De provincie Zuid-Holland zit aan het stuur, terwijl de uitvoering wordt gedaan door de vijf Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. De gemeenten Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Leiden en Schiedam behoren niet tot het gebied waarvoor de provincie verantwoordelijk is. Die regelen de saneringen zelf. Met het Rijk zijn goede afspraken gemaakt over de financiering van de bodemsanering. Jaarlijks krijgt de provincie tot en met 2020 geld voor deze operatie.
Er zijn spoedlocaties die door de overheid worden gesaneerd en spoedlocaties die door de eigenaar worden gesaneerd. De meeste spoedlocaties moeten worden gesaneerd door de eigenaar. De overheid gaat dan in gesprek met de eigenaar en stimuleert de aanpak. De voortgang van deze categorie van spoedlocaties is dan ook moeilijk te voorspellen.
De bodem vormt letterlijk en figuurlijk de grond onder ons bestaan. Ze levert immers een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke doelen, zoals bijvoorbeeld energievoorziening, drinkwatervoorziening, natuurontwikkeling en het aanpassen aan klimaatverandering. Wij willen op een innovatieve manier deze bijdrage zo groot mogelijk maken, waarbij voorop staat dat dit duurzaam, veilig en efficiënt gebeurd.
De provincie is op basis van de Nazorgregeling in de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen, die op of na 1 september 1996 nog in bedrijf waren. Het doel van de nazorgregeling is om zeker te stellen dat stortplaatsen ook na sluiting geen risico vormen voor het milieu. Voor stortplaatsen, maar ook de andere saneringslocaties, wordt ingezet op herontwikkeling. Onze inzet is een betere benutting van bodem en ondergrond.