Begroting 2019

Paragraaf Financiering

Rente

Het aandeel van de schuld op de balans neemt toe, hierdoor ontstaat ook een toename van de rentelasten. De omvang van de totale rentelasten en aflossing samen kan worden afgezet tegen alle inkomsten. De rente en aflossingsverplichtingen zijn gebaseerd op bestaande en in de toekomst te verwachten leningen. De verhouding tussen deze verplichtingen en inkomsten geeft, voor een gedeelte, inzicht in waarvoor de inkomsten worden gebruikt. De verwachting is dat in 2019 bijna 8% van de inkomsten worden gebruikt voor aflossings- en renteverplichtingen van leningen die de provincie heeft bij de bank. De percentage loopt in 2022 op tot boven de 12%.

Verhouding tussen aflossings- en renteverplichtingen ten opzichte van de inkomsten

In 2019 bedragen de totale rentelasten voor lopende en nieuwe leningen in totaal € 18,1 mln. Er wordt uitgegaan dat over het tegoed dat in de eerste helft van 2019 bij de schatkist op de rekening-courant staat geen baten worden ontvangen.
Conform de beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 wordt over het eigen vermogen geen rente berekend. De werkelijke rentekosten worden op basis van de van de boekwaarde op 1 januari van alle vaste activa (inclusief het onderhanden werk) toegerekend aan de programmadoelen.

Schema rentetoerekening Begroting 2019
(bedragen x € 1.000)

a.

De externe rentelasten over de korte en lage financiering

 18.110

b.

De externe rentebaten

-/-

112

Saldo rentelasten en rentebaten

17 .998

c.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

-

De rente van projectfinanciering toegerekend aan taakvelden

-/-

-

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 

 17.998

d1.

Rente over het eigen vermogen

-

d2.

Rente over voorzieningen 

-

Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

 17.998

e. 

De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag)

-/-

 17.998

f. 

Verwacht renteresultaat op het taakveld treasury/financiering

-

Rentevisie/ Renterisicobeheer
De tarieven in de geld- en kapitaalmarkt bevinden zich op een laag niveau. De verwachting is dat de kwantitatieve verruiming door de Europese Centrale Bank (ECB) verder wordt afgebouwd en waarschijnlijk in december 2018 helemaal stopt. Daarbij is de verwachting dat de de lange rente op termijn zal stijgen. In deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met een gemiddeld rentepercentage voor nieuwe leningen in het jaar 2019 van 2,4% en in de jaren daarna stijgt het begrote rentepercentage met 0,2% per jaar. Dit neemt niet weg dat de provincie een renterisico loopt als de werkelijke rentetarieven sterker stijgen dan de tarieven in deze begroting. Uit de gegevens van de macro economische verkenningen 2019 van het CPB blijkt dat het rentepercentage van het CPB in 2019 lager is dan de 2,4 % waar in deze begroting mee is gerekend. Verder wordt door behoedzaam ramen deze risico’s deels beheerst. Er worden op dit moment geen gebruik gemaakt van derivaten.