Toelichting meerjarenraming

In 2018 is de businesscase NNN opnieuw geactualiseerd en verwerkt in het Kaderbesluit Groen. Deze actualisatie is nu ook verwerkt in de Begroting 2019 en de daarin opgenomen meerjarenraming.
Voor de periode 2019 t/m 2021 is voor de Gouwe Wiericke respectievelijk € 4 mln, € 16,1 mln en € 19,8 mln begroot. Voor diezelfde periode 2019 t/m 2021 is voor de Krimpenerwaard respectievelijk € 11,1 mln, € 23,3 mln en € 30,7 mln begroot.
Voor de realisatie van het overige NNN worden de lasten voor de periode 2019 t/m 2022 begroot op respectievelijk € 5,4 mln, € 5,1 mln, € 7,4 mln en € 8,1 mln. Voor de realisatie van ecologische verbindingszones is voor de periode 2019 t/m 2022 € 5,6 mln begroot. De verdeling over de jaren t/m 2022 is respectievelijk € 0,4 mln, € 1,4 mln, € 1,7 mln en € 2,1 mln.
De uitgaven voor de realisatie van het NNN worden gedekt uit de reserve Ontwikkelopgave Natuur en de, bij deze begroting in te stellen, reserve Natuurnetwerk Nederland.

De opbrengsten van de verpachting en het verkopen van gronden, die de provincie in het kader van het Decentralisatieakkoord Natuur van het Rijk heeft gekregen ter financiering van het NNN, worden in dit doel verantwoord. Deze opbrengsten blijven via de reserve Ontwikkelopgave Natuur beschikbaar voor het NNN. Met de actualisatie van de businesscase NNN zijn deze opbrengsten aangepast. Voor de periode 2019-2022 worden deze baten op respectievelijk € 13,7 mln, € 6,4 mln, € 4,8 mln en € 2,9 mln begroot. Gemiddeld wordt over die periode jaarlijks € 2,5 mln aan lasten begroot voor het proces activiteiten verbonden aan verkoop en het beheer van gronden.

De begrote lasten voor het project Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) bedragen in het laatste budgetjaar 2019 € 3,8 mln.

De projectplanning van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft in 2018 verder gestalte gekregen en dat heeft in deze begroting geresulteerd in een aangepaste planning waarbij de einddatum is aangepast van 2021 in 2033. De jaarlijkse budgetten zijn teruggebracht van gemiddeld € 25 mln per jaar naar gemiddeld € 7 mln. Tegenover deze lasten staan even zo hoge baten.
Net als PMR 750 is ook de planning van de Sanering van de Rhoonse stort gewijzigd. Daarmee wordt de looptijd verlengd van 2019 tot 2020. Per saldo blijven de projectkosten gelijk en worden deze gedekt door een bijdrage uit de reserve Bodemsanering.

Op 28 juni 2018 hebben Provinciale Staten met motie 725 zich bereid getoond extra middelen vanuit de bestaande groenbudgetten beschikbaar te stellen voor integrale, gebieds- en praktijkgerichte onderzoeken en maatregelenpakketten voor weide- of akkervogels, die niet geheel binnen de POP3 financiering passen. In 2018 is hiervoor bij najaarsnota € 0,7 mln geraamd.
Voor de periode 2019-2022 wordt respectievelijk € 1,8 mln, € 2,6 mln, € 1,2 mln en € 0,1 mln gebudgetteerd.

De begrote subsidielasten voor SNL natuurbeheer en SKNL bedragen in 2019 € 20,7 mln; een stijging ten opzichte van 2018 van € 1,2 mln. Voor de periode 2020-2022 worden de lasten begroot op respectievelijk € 20,5 mln, € 21,2 mln en € 21,5 mln. De stijging van de lasten vindt vooral plaats op het onderdeel Natuurbeheer NNN (NatuurNetwerk Nederland) als gevolg van de voortgaande realisatie van het NNN. De lasten voor het SNL natuurbeheer en SKNL worden gedeeltelijk gedekt uit EU-bijdragen.

Voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en Natura 2000 wordt in 2019 € 4,3 mln begroot, deze kosten zullen geleidelijk afnemen tot € 3,6 mln in 2022.

Voor het Faunabeheer, de Wet Natuur en het soortenbeleid worden de lasten voor 2019 op € 5,8 mln geraamd. Daarin is specifiek € 1 mln opgenomen voor de 'no regret maatregelen' icoonsoorten. Na 2019 vervalt dat onderdeel en wordt het budget voor 2020 € 4,8 mln. In 2021 en 2022 is het budget € 4,2 mln.

Bij Najaarsnota 2018 en deze Begroting 2019 is een actualisatie van de budgetten van het PlattelandsOntwikkelingsProgramma (POP3) voorgesteld. De meerjarige effecten hiervan worden in deze begroting zichtbaar. Voor 2019 bedraagt het budget € 0,5 mln en neemt af met € 0,3 mln. In de periode 2020-2022 is het budget respectievelijk € 1,1 mln, € 1,7 mln en € 0,9 mln. Tegenover deze lasten staat een EU-bijdrage. In 2019 bedraagt die € 0,3 mln en in de periode 2020-2022 is het budget respectievelijk € 0,6 mln,
€ 0,9 mln en € 0,5 mln.