Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?
De provincie voert (wettelijke) taken uit en stelt beleid vast om inwoners te beschermen tegen overstromingen en de fysieke en economische gevolgen van overstromingen en wateroverlast zoveel mogelijk te beperken. Hierbij werkt de provincie opgavegericht en samen met Europese, landelijke, regionale en lokale partners.
Beschermen tegen overstromingen
Om de provincie te beschermen tegen overstromingen voert de provincie wettelijke taken uit die bijdragen aan de waterveiligheid:
Toetsen en goedkeuren dijkversterkingsplannen waterschappen
De waterschappen voeren dijkversterkingsprojecten uit volgens de jaarlijkse prioritering van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Een dijkversterkingsproject doorloopt drie fasen; de fase van (voor)verkenning, planuitwerking en realisatie. Elke fase duurt twee tot drie jaar. De provincie adviseert in de verkennings- en planuitwerkingsfase op het vlak van de coördinatie van de Milieueffectrapportages, de Landschap-, Natuur- en Cultuurwaarden (LNC-waarden) en inspraak en keurt vervolgens op deze aspecten het resultaat van de planuitwerkingsfase. Op deze manier draagt de provincie bij aan een goede landschappelijke inpassing en zorgt zij ervoor dat de inbreng van belanghebbenden en milieueffecten een volwaardige plaats in de besluitvorming krijgen.
Kaderstelling regionale keringen
De provincie stelt de veiligheidsnormen vast voor de regionale keringen en onderzoekt (zo nodig) of niet-genormeerde keringen van een veiligheidsnorm moeten worden voorzien. De provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht hebben in afstemming met de inliggende waterschappen in een uitvoeringsbesluit vastgelegd dat genormeerde regionale keringen uiterlijk in 2024 (opnieuw) zijn getoetst en uiterlijk in 2030 aan de veiligheidsnormen voldoen. De waterschappen rapporteren jaarlijks aan GS over de voortgang van zowel de toetsing als van het percentage regionale keringen dat ten gevolge van uitgevoerde verbeteringsmaatregelen voldoet aan de veiligheidsnormen. In 2012 was 2.065 km regionale kering genormeerd in de provincie Zuid-Holland (nulmeting). Na 2012 worden de overige niet-genormeerde keringen onderzocht en is het aantal genormeerde keringen toegenomen tot 2.534 km in 2017. In de prestatie-indicator is een schatting gemaakt van het restant keringen dat van een norm wordt voorzien. De waterschappen toetsen de keringen aan de door de provincie gestelde norm. Als een kering niet aan de norm voldoet wordt deze in het verbeterprogramma opgenomen.
Via het ruimtelijk spoor van de verordening Ruimte zien wij er op toe dat in ruimtelijke plannen ruimte wordt gereserveerd voor behoud en versterking van regionale keringen.
Beperken gevolgen van overstromingen en wateroverlast
Om de gevolgen van overstromingen en wateroverlast zoveel mogelijk te beperken voert de provincie onder andere de volgende taken uit:
- Vaststellen van normen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem. Deze normen zijn gebiedsspecifiek en afhankelijk van het type grondgebruik. De mogelijke schade als gevolg van wateroverlast door onvoldoende berging en/of afvoer bepaalt de norm. De waterschappen voeren de maatregelen uit die nodig zijn voor het halen van de norm.
- Adviseren van gemeenten inzake ruimtelijke plannen.
- Ontwikkelen Regenradar Rijnmond; een samenwerkingsovereenkomst met gemeente Rotterdam en drie waterschappen waarin wordt onderzocht hoe kan worden geanticipeerd (met nauwkeuriger data) op hevige piekbuien die tot lokale wateroverlast kunnen leiden. Zie ook: https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/regenradar/
- Leadpartnership én deelname aan ‘FRAMES’ (Flood Resilient Areas by Multi-layEred Safety, een Europees project waarbij het concept van meerlaagsveiligheid wordt toegepast in 13 regionale pilotprojecten). Meerlaagsveiligheid bestaat uit preventie, ruimtelijke ordening en crisisbeheersing.
- De provincie levert kennis en ondersteuning om de overstromingsrisicokaarten actueel te houden. Op grond van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (EU-ROR) moeten deze voor publiek beschikbaar zijn.
Stimuleren van klimaatadaptatie en bevorderen van een waterrobuuste ruimtelijke inrichting
Een transitieprogramma voor 2019-2023 wordt voorbereid op basis van zes programmalijnen. Dit zijn bebouwde omgeving en nieuwbouw, kwetsbare voorzieningen en infrastructuur, veiligheid kust en dijken, aantrekkelijke leefomgeving, drinkwater en zoet water en economische vitaliteit en weerbaarheid. De uitvoering van de programmalijnen vormt de invulling van de taken 1.1.2 en 1.1.3. In het kader van de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart is voor het project Living Labs Boeren met Hoog Water € 0,5 mln vanuit de algemene middelen gestort in de reserve Bodemsanering. Bij doorgang van de regiodeal en/of bij voldoende financiering door andere partners worden deze middelen bij de Voorjaarsnota 2019 ter begroting gebracht.
Intensiveringen 2019
Klimaatadaptatie
Ten behoeve van het transitieprogramma voor 2019-2023 zoals hierboven omschreven is een budget van € 0,5 mln opgenomen.