Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?
Zuid-Holland wil de best bereikbare provincie zijn. Hiervoor moet de kwaliteit van de infrastructuur, zowel technisch als functioneel, op orde zijn. Daarvoor onderhouden en verbeteren we de bestaande provinciale (vaar)wegen en leggen we nieuwe wegen aan en stimuleren wij het veilig gebruik ervan. Ook dragen we financieel en inhoudelijk bij aan infrastructuurprojecten van andere overheden. We doen dit slim en innovatief en in samenwerking met andere overheden en wegbeheerders. De aanpak verschilt per opgave en gebied. Zo worden bijvoorbeeld kansen voor verbeteringen aan de infrastructuur of in de omgeving en energietransitie (CO2 neutraal) meegenomen.
Het kwalitatief op orde zijn van de infrastructuur wil de provincie onder andere bereiken door het instandhouden en compleet maken van het mobiliteitsnetwerk. Hiervoor onderhoudt de provincie haar infrastructuur en pakt zij knelpunten aan via het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI). In het PZI wordt 15 jaar vooruit gekeken welke nieuwbouw- en onderhoudsprojecten zullen worden uitgevoerd. Ook de belangrijkste ontwikkelingen voor 2019 zijn daarin vermeld voor projecten zoals de voortgang bij de Rijnlandroute, het HOV-net Zuid-Holland Noord, de A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda, de kruising N214/N216, de N211 Wippolderlaan, de N215 Doorstroming en verkeersveiligheid, de afronding van de Bochtafsnijding Schie, de kwaliteitsverbetering Metropolitaan OV en verschillende fietsprojecten.
In 2019 wordt een nieuwe analyse opgeleverd over de verschillende infrastructuurnetwerken zoals wegen, vaarwegen en fiets en waar zij elkaar (kunnen) versterken en belemmeren. Door een koppeling te maken met verstedelijking, klimaatadaptatie, economische transitie, energietransitie en de uitvoeringsagenda rijke groenblauwe leefomgeving wordt integraal gekeken naar huidige en toekomstige knelpunten en kansen bij mobiliteit. Doorstroming, verkeersveiligheid en omgevingskwaliteit zijn hierbij belangrijke factoren. Wij willen de mobiliteitssector schoner maken en verduurzamen, om de nationale doelstellingen voor klimaat en luchtkwaliteit te halen. We zetten daarom in op versterking van openbaar vervoer en het gebruik van de fiets in de mobiliteitsketen.
Uitkomsten van de analyses moeten leiden tot nieuwe aandachtspunten en functionele verbeteringen die opgenomen kunnen worden in het kaderbesluit 2020.
Voor Zuid-Holland is de bereikbaarheid van internationale knooppunten zoals de haven van Rotterdam, luchthaven Schiphol en de Greenports in Westland en Oostland van groot belang en heeft dan ook specifieke aandacht.
Voor de bereikbaarheid van Rotterdam - Den Haag is het gebiedsprogramma Duurzame Bereikbaarheid Rotterdam - Den Haag opgezet. In 2019 zal binnen dit programma ingezet worden op:
- De korte termijn: publiekscampagnes, voorbereidingskosten, logistieke efficiency en voortzetting inzet mobiliteitsmakelaars;
- Mede opdrachtgeverschap planvorming Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) verkenning Central Innovation Quarter Binckhorst (CIB) en Oeververbinding Rotterdam;
- Mede opdrachtgeverschap planvorming Metropolitaan Openbaar Vervoer;
- Gebiedsuitwerkingen Logistieke bereikbaarheid Westland en bereikbaarheid Zoetermeer en Voorne Putten.
Daarnaast is de provincie betrokken bij de diverse uitwerkingen van de MIRT goederencorridors, waaronder de Verkenning A15 en vrachtwagen parkeren. Voor vrachtwagen parkeren zal in 2019 de focus liggen op een bijdrage in de aanleg van truckparkings, het penvoerderschap in een subsidietraject en digitalisering (dit betreft de integratie van beschikbaarheidsinformatie in het nationale access point voor verkeersinformatie (NDW).
De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers baart ons zorgen. In 2019 is de verbetering van de verkeersveiligheid een prioriteit. Naast de doorvertaling van het landelijke Strategische Plan Verkeersveiligheid 2030 naar provinciaal niveau zet het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid in 2019 extra in op het onderdeel "beïnvloeding verkeersgedrag". Dit doet zij door het voortzetten van programma's als "Maak van de Nul een Punt", "School op Seef" en "Totally Traffic".
In 2019 wordt het nieuwe programma Fietsveiligheid gestart met aandacht voor nieuwe doelgroepen zoals oudere fietsers.
Daarnaast zal aandacht worden besteed aan verkeersveilig gedrag van gebruikers bij oplevering van werkzaamheden, bij groot onderhoud en bij nieuwe infrastructuur. Tot slot zal de samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), politie en het openbaar ministerie voor de handhaving van verkeersveilig gedrag worden verstevigd.
In 2018 is de ToekomstAgenda snelfietsroutes opgesteld. Daarin is onderzocht op welke verbindingen nog een grote groei van het fietsverkeer mogelijk is.
In 2019 analyseren we het provinciaal fietshoofdnetwerk. Dat doen we met telcijfers en fysieke kenmerken van de fietsroutes. Deze informatie over gebruik en de huidige kwaliteit geeft aan wat de belangrijkste verbeteropgaven voor (fiets)bereikbaarheid en verkeersveiligheid zijn. Op basis van de ToekomstAgenda snelfietsroutes en de analyse van het provinciaal fietshoofdnetwerk zullen we prioriteiten stellen. Dit is onze input voor gesprekken met gemeenten, regio’s, waterschappen, naburige provincies en het Rijk om te bepalen welke routes we het eerste gaan verbeteren om te komen tot hoogwaardige fietsroutes. Samen met de MRDH vervullen we een regiefunctie voorde aanleg en verbetering van snelfietsroutes in Zuid-Holland.
In 2019 wordt ook een monitoringsprogramma opgezet. Dit programma laat zien wat de resultaten zijn van investeringen in het fietsnetwerk en draagt bij aan de kennis over het fietsgebruik. Hiermee wordt de basis voor besluitvorming over nieuwe projecten steviger.
Luchtvaart draagt bij aan bereikbaarheid en economische groei. Aan de andere kant levert luchtvaart hinder op voor de omgeving. Deze spanning ervaren wij in onze provincie zowel rond Schiphol als in de regio rond Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan een nieuw luchtvaartbeleid (2020-2050) en de herziening van het luchtruim (2023). Hiervoor vindt de minister regionaal draagvlak belangrijk en doet een beroep op de provincies bij het organiseren van participatie voor dit beleid. Samen met belanghebbenden rond RTHA werken we in 2019 aan een uitvoeringsprogramma voor hinderbeperkende maatregelen. Onderdeel daarvan is de werving van een omgevingsombudsman RTHA, die communicatie tussen de luchthaven en de omgeving stimuleert en afgesproken acties aanjaagt.
Om de schaarse ruimte in Zuid-Holland zo effectief mogelijk te gebruiken, willen we het bestaande mobiliteitssysteem beter benutten en slimmer gebruiken. Ook wordt geprobeerd om de vraag naar mobiliteit meer af te stemmen op het aanbod van infrastructuur en vervoermiddelen. Hiervoor wil de provincie de keuzemogelijkheden en de combinatie van vervoermiddelen voor reizigers verbeteren. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de fiets, zoals verwoord in de Uitvoeringsagenda Samen verder fietsen, maar ook Dynamisch Verkeersmanagement (DVM).Ook betere benutting van het spoor is een onderwerp wat opgepakt wordt bijvoorbeeld in de planvorming metropolitaan OV. Waar vraag naar en aanbod van klassiek openbaar vervoer tekort schieten, zoals in krimpregio’s, moeten we zoeken naar oplossingen zodat er flexibel, vraaggericht vervoer beschikbaar komt.
In 2019 wordt ingezet op het concreet in projecten oppakken van Smart Mobility in brede zin. De focus ligt hierbij op drie sporen: voorspellen en sturen van verkeersstromen, slim gebruiken van beschikbare data over voer- en vaartuigstromen en het zoveel mogelijk beperken van hinder bij gepland onderhoud en ongeplande beschikbaarheid met flankerende maatregelen. Hiervoor wordt in 2019 een programma opgesteld waarin te realiseren ambities op gebied van DVM voor de periode 2020 tot en met 2023 zijn verwoord.
De provincie wil dat vervoer van goederen over water toeneemt via het programma Goederenvervoer over water. Hierdoor wordt het bestaande mobiliteitsnetwerk efficiënter gebruikt met minder piekbelasting. Onderdelen hiervan zijn:
- Scheepshaltes langs de Schie: ter bevordering van de regionale en stedelijke distributie werken wij aan de uitwerking en implementatie van een nieuwe en duurzaam binnenvaartconcept "de Scheepshalte" . In 2019 vindt er besluitvorming plaats over de locaties langs de Schie van de Scheepshaltes.
- Kades: voor het vervoer over water zijn overslagmogelijkheden essentieel. Een aantal kades is verouderd of ligt op een voor de binnenvaart niet meer interessante locatie. In 2019 worden voorstellen gedaan welke kades aangepakt zullen worden. Hierbij kan de kademuur regeling zoals deze in België geldt als voorbeeld dienen.
- Containervervoer Gouwe: het containervervoer over de Gouwe van en naar het Alpherium wordt steeds groter. Zowel in aantallen containers als in de omvang van de schepen. Dit vaarwegverkeer zal ook in de toekomst vlot en veilig moeten gebeuren. Waarbij er zo min mogelijk hinder is voor het kruisende wegverkeer. Middels een programmatische aanpak zal er in 2019 besloten worden welke investeringen op korte en lange termijn moeten worden uitgevoerd.
- In 2019 wordt er verder gewerkt aan het verschonen van de binnenvaart via het Europese samenwerkingsverband CLINSH en een slimmere en autonome logistiek op het water via Smart Shipping (schepen op afstand, het slimmer delen van informatie, het optimaliseren van vaarwegonderhoud en het (semi) autonoom varen van schepen).
Daarnaast wil de provincie slimme innovaties toepassen en de integratie van netwerken verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het Revolverend Verenfonds. Om het mobiliteitssysteem blijvend te versterken zal de provincie technologische ontwikkelingen, duurzame energie en logistieke innovaties inzetten.