Begroting 2019

Strategische ontwikkelingen

Stap 2 Strategische Ontwikkelingen die verder zijn uitgewerkt

Stap 2 Strategische Ontwikkelingen die verder zijn uitgewerkt

(bedragen x € 1 mln)

2019

2020

2021

2022

2023

Tijdelijke inzet arbeidscapaciteit

1

Klimaat en Energie Akkoord (KEA)

B

B

B

B

B

ja

2

Energie

B

B

B

B

B

ja

3

Innovatie

B

0,25

0,25

0,25

0,25

ja

4

Energietransitie industrie

B

2,50

2,50

2,50

nee

5

Versterken Omgevingsdiensten

B

0,60

0,50

0,50

nee

6

Regeling “Asbest eraf, zon erop”

B

0,50

0,50

0,50

0,50

nee

7

Opleidingen energietransitie

B

0,30

0,30

0,30

nee

8

Energietransitie gebouwde omgeving/glastuinbouw

B

0,40

0,40

0,40

0,40

nee

9

Lokale initiatieven CoP versterken

B

0,10

0,10

0,10

nee

10

Klimaatadaptatie

B

nee

11

Locatieontwikkeling

B

B

B

B

B

ja

12

Omgevingswet

B

B

ja

13

Inhuur openbaar vervoer dossiers

B

ja

14

Verstedelijking “vliegende brigade"

B

B

B

B

B

nee

15

Woningbouw Bijdrage Rotterdam Zuid

B

B

B

B

nee

16

Werklocaties

B

B

B

B

B

nee

17

Perifere Detailhandels Vestigingen (PDV)

B/0,5

2,00

2,00

nee

18

Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties

B/2,5

5,00

5,00

5,00

5,00

nee

19

Middelen erfgoed

B

8,10

8,10

8,10

8,10

nee

Totaal

3,00

19,75

19,65

17,65

14,25

Toelichting

"B" Betekent dat de extra middelen al in de begroting zijn opgenomen, zie Mutatieoverzicht 2019 - 2022

3: Innovatie
We willen een innovatieve organisatie zijn die op een slimme en creatieve wijze de innovatiekracht van bedrijven en kennisinstellingen benut voor eigen projecten en bedrijfsvoering. We willen een innovatieve regio zijn en stimuleren samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden en faciliteren bedrijven bij innovatieprojecten. In 2017 is het innovatieteam opgestart om dit aan te jagen en vorm te geven. Na 2019 blijft regie en aandacht voor innovatie-initiatieven in de organisatie wenselijk. De beschikbare capaciteit hiervoor wordt geschat op een bedrag van € 0,25 mln per jaar voor de periode tot en met 2023. Zie ook doel 3.1.

4: Energietransitie industrie
De industrie in Zuid-Holland is verantwoordelijk voor 70% van de CO2 uitstoot in Zuid-Holland. Voor de verduurzaming van de industrie zal de provincie in 2019 een specifiek industrieprogramma opzetten. Op dit moment wordt onder andere ingezet op:

  1. Een verantwoordelijke rol van de provincie in de ontwikkeling van energie-infra (inclusief waterstof en CO 2 ).
  2. Zorg voor een level playing field met een bijpassend VTH-instrument (bijvoorbeeld warmte/CO 2 uitkoopplicht als pijp binnen handbereik ligt, consequent hanteren terugverdientijd 5 jaar bij energiebesparingsmaatregelen).

De basis hiervoor wordt dit najaar gelegd. Dit behelst het maken van een streefbeeld waar we naartoe werken (bijvoorbeeld in 2030) en de samenhangende set aan activiteiten en projecten (denk aan energie-infrastructuur, waterstof, energie-opslag en conversie, inzet reststoom en extra inzet op energiebesparing bij de industrie) om daar te komen. Deze inzet voor de verduurzaming van de industrie vergt € 2,5 mln per jaar. Zie ook doel 3.2.

5: Versterken Omgevingsdiensten
In lijn met de afspraken uit het SER akkoord Energie is de inzet op het verlenen van vergunningen en de handhaving RUD's in de Voorjaarsnota 2016 verhoogd. Voor het identificeren en wegnemen van institutionele belemmeringen en het stimuleren of meer sturend optreden richting gewenste oplossingen (via beleidskader / regel) wordt in 2020 voor € 0,1 mln extra specialistische (juridische) capaciteit ingezet. Ook wordt ingezet op het verder versterken van de omgevingsdiensten in Zuid-Holland op verduurzaming van de vergunningverlening en meer intensief toezicht & handhaving. De (structurele ) kosten belopen naar verwachting € 0,5 mln per jaar.
Zie ook doel 3.2  

6: Regeling “Asbest eraf, zon erop”
Subsidieregeling Zonnepanelen
De subsidieregeling "Asbest eraf, zon erop! 2017” (subsidie voor zonne-energie op grotere daken) loopt tot 2024 (het houden van asbestdaken is per 1 januari 2024 verboden). Het plafond van € 0,85 mln wordt naar verwachting ergens in 2019 bereikt. Daarmee blijkt deze regeling in korte tijd zeer succesvol. Voor navolgende jaren is € 0,5 mln per jaar extra nodig. Zie ook doel 3.2  

7: Opleidingen energietransitie
Innoveren / kennis
Voor het ontwikkelen van een Masteropleiding voor duurzame energie is een bijdrage van € 0,2 mln per jaar nodig. Daarnaast draagt de provincie Zuid-Holland bij aan het opzetten van een leerstoel geothermie  voor € 0,1 mln per jaar. Zie ook doel 3.2.  

8: Energietransitie gebouwde omgeving / glastuinbouw
Voor de energieloketten in Zuid-Holland is een bijdrage van € 0,4 mln per jaar voor vier jaar beschikbaar gesteld om actief voorlichting te geven aan particuliere eigenaren voor de verduurzaming van hun woning.
Zie ook doel 3.2.  

9: Lokale initiatieven CoP versterken
De lokale energie-initiatieven versterken zichzelf en delen hun kennis aan de hand van een Community of Practice (CoP). Om dit voort te zetten is € 0,1 mln per jaar nodig. Dit draagt bij aan draagvlak voor duurzame energie en een bredere kennis over de energietransitie. Zie ook doel 3.2  

17: Perifere Detailhandels Vestigingen (PDV)
De provincie wil slecht functionerende PDV-locaties (woonboulevard) aanpakken, voorkomen dat er meer ontstaan door onder andere zo’n 4 à 5 PDV-locaties te transformeren en de bestaande leegstand aanpakken. Hierdoor wordt enerzijds de ruimtelijke detailhandelsstructuur versterkt en anderzijds een bijdrage geleverd aan de verstedelijkingsopgave en het verkleinen van het woningtekort.

Bij de versterking van de ruimtelijke detailhandelsstructuur kan naast transformatie van PDV-locaties gedacht worden aan het beter laten functioneren van bestaande PDV-locaties door de inzet van een breder instrumentenpakket. Hierbij zou gewerkt kunnen worden aan kennisontwikkeling op lokaal niveau, zoeken naar programmatische mogelijkheden, stimuleren van regionale samenwerking maar ook het leveren van een financiële bijdrage. Met name bij transformatie van matig functionerende PDV-locaties, waar de alternatieve programmatische mogelijkheden beperkt zijn, zijn businesscases voor eigenaren soms moeilijk sluitend te krijgen. De provincie kan hierbij een financiële bijdrage leveren op voorwaarde dat wordt bijgedragen aan de doelstellingen op het gebied van detailhandel en/of verstedelijking. Met zo’n budget wordt een vliegwielfunctie gecreëerd waarmee andere partijen over de streep worden getrokken om deze transformatie door te zetten.
Met een budgetruimte van € 0,5 mln voor 2019, € 2 mln 2020 en voor 2021 is de transformatie van zo’n 4 á 5 woonboulevards met toevoeging van een nog nader te bepalen aantal woningen (nog afhankelijk van nadere invulling van de plannen, bouwhoogtes etc.) en het openhouden van de groene ruimte realiseerbaar.
Zie ook doel 3.1.

18: Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties
Om te kijken waar de provincie Zuid-Holland concreet kan bijdragen aan versnelling van woningbouw en ontwikkeling van complexe binnenstedelijke transformaties zijn er twee verkenningen uitgevoerd:

  • een verkenning naar versnellingsmogelijkheden voor geplande woningbouw en vermindering van leegstand in alle gemeenten van Zuid-Holland tot 2025 uitgevoerd door bureau Fakton en
  • een verkenning naar versnelling van 15 complexe binnenstedelijke transformatielocaties voor de middellange termijn uitgevoerd door bureau Rebel.  

Een van de belemmeringen die naar voren kwam is dat er locatiespecifiek financiële knelpunten zijn voor binnenstedelijke transformatielocaties. Deze financiële knelpunten kennen verschillende locatiespecifieke oorzaken en variëren van financiële tekorten in investeringen in de openbare ruimte, infrastructuur en bodemsanering en ambities ten aanzien van sociale huisvesting, groen, klimaat en energie.
Zie voor de genoemde Onderzoeken

Voor 2019 en verder wordt verwacht dat er jaarlijks een budget van € 2,5 mln in 2019 € 5 mln voor  2020 t/m 2023 benodigd is om extra flexibiliteit te bieden aan een volgende coalitie. Met dit budget kan de provincie locatiespecifiek realisatie woningbouw  in binnenstedelijke transformatiegebieden versnellen. Dit als ‘laatste zetje’ om een maatschappelijke businesscase sluitend te krijgen en gebiedsontwikkeling van de grond te trekken. Dit kunnen projecten zijn die in de realisatiefase nog financiële knelpunten kennen (bijv. investeringen in infrastructuur of openbare ruimte). Eerst wordt verkend of medefinanciering vanuit huidige provinciale programma’s mogelijk is en daarna via dit specifiek budget. Ook wordt verkend of de provincie kan aansluiten op het recent bekend gemaakte revolverend fonds vanuit het Rijk voor binnenstedelijke gebiedstransformaties. Zie ook doel 3.3.

19: Middelen erfgoed
In deze collegeperiode is – mede op verzoek van Provinciale Staten geïnvesteerd in ons erfgoed. Hiermee is de achterstand in restauratie en herbestemming van monumenten in Zuid-Holland verder ingelopen.
Deze opgave is echter met het aantreden van een nieuwe coalitie niet afgerond.
Het collegewil aan haar opvolgers meegeven dat de opgave en de budgetbehoefte zal blijven.
Voor restauratie en herbestemming van monumenten gaat het om € 2,8 mln bovenop de gedecentraliseerde rijksmiddelen per jaar. Voor doorontwikkeling en eventueel uitbreiding van de erfgoedlijnen is € 3 mln per jaar nodig. Voor voortzetting en extra inzet op de intensiveringsmiddelen voor cultureel erfgoed (groot onderhoud molens, verbetering van molenbiotopen, publieksbereik archeologie, digitalisering van cultureel erfgoed en extra impulsen op herbestemming van monumenten en erfgoedlijnen) wordt vanaf 2020 € 2,3 mln per jaar voorzien. In totaal gaat het hier om een bedrag van € 8,1 mln aan structurele middelen per jaar vanaf 2020. Zie ook doel 3.6.