De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijvingslasten. Bij dit onderdeel wordt nader ingegaan op:
- Afschrijvingen
- Rente
De ontwikkeling van de cijfers in de meerjarenbegroting zijn per programma in onderstaande tabellen weergegeven.
Verdeling afschrijvingslasten naar de programma's
Programma | Jaarrekening 2017 | Begroting 2018 na NJN | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Groen, Waterrijk en Schoon | 2.659 | 139 | 162 | 218 | 218 | 218 |
2 | Bereikbaar en Verbonden | 101.438 | 44.118 | 44.461 | 50.091 | 52.889 | 56.896 |
3 | Aantrekkelijk en Concurrerend | 3.160 | 15 | 0 | 110 | 110 | 110 |
- | Overzichten en Middelen | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- | Bedrijfsvoering | 9.227 | 9.977 | 10.045 | 12.881 | 12.932 | 12.498 |
Totale afschrijvingslasten | 116.500 | 54.250 | 54.668 | 63.300 | 66.149 | 69.722 |
Ad A. Afschrijvingen
Er wordt op de investeringen afgeschreven vanaf het jaar na afronding van de voorbereidings- of uitvoeringsfase van een project.
Toelichting afschrijvingslasten
Jaarrekening 2017 wijkt in de lijn van de afschrijvingslasten af, door éénmalige inhaalafschrijvingen in programma 2 en 3. Op basis van de nota materiële vaste activa vanuit het BBV per december 2017 mogen de afschrijvingstermijnen van de provincie namelijk niet langer zijn dan de afschrijvingstermijnen die de ontvangende derde partij hanteert. De nota resulteert in een eenmalige inhaalafschrijving voor alle bijdragen aan activa van derden per 31-12-2016 ad € 62,8 mln. gedekt uit de reserve afschrijvingslasten.
Einde 2017 heeft binnen programma 1, in het kader van de overdracht van de provinciale recreatiegebieden (PRG), een nadere analyse plaatsgevonden van de overige activa die zijn opgenomen in de activacategorie ‘recreatie in eigen beheer’ waarin de PRG’s zijn opgenomen. Daaruit bleek dat naast de expliciet genoemde PRG’s ook activa waren opgenomen die niet duidelijk aan een PRG waren toe te schrijven. Besloten is de activa die waren opgenomen en die niet duidelijk aan een PRG waren toe te schrijven te waarde van € 1,6 mln. af te waarderen tot nihil.
Betaalde rente
Programma | Jaarrekening 2017 | Begroting 2018 na VJN | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
- | Overzichten en Middelen | 19.506 | 18.238 | 18.110 | 21.775 | 25.851 | 26.060 |
Totaal betaalde rente | 19.506 | 18.238 | 18.110 | 21.775 | 25.851 | 26.060 |
Verdeling rentelasten naar de programma's
(bedragen x € 1.000) | Jaarrekening 2017 | Begroting 2018 na NJN | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Groen, Waterrijk en Schoon | 101 | 39 | 64 | 74 | 73 | 63 |
2 | Bereikbaar en Verbonden | 16.335 | 15.464 | 15.770 | 18.806 | 22.409 | 22.576 |
3 | Aantrekkelijk en Concurrerend | 113 | 74 | 65 | 68 | 67 | 59 |
- | Overzichten en Middelen | 868 | 763 | 1.010 | 1.473 | 2.123 | 2.457 |
- | Overhead | 2.089 | 1.897 | 1.201 | 1.351 | 1.176 | 902 |
Totale rente toegerekend aan programma's | 19.506 | 18.238 | 18.110 | 21.774 | 25.847 | 26.057 |
Ad B. Rente
Vanwege de wijzigingen in het BBV met ingang van Begroting 2017 is de wijze waarop de rente wordt toegerekend veranderd ten opzichte van de vorige begrotingsjaren. Belangrijkste wijziging is het niet meer toerekenen van rente aan het eigen vermogen. Alleen de werkelijk betaalde rente, welke voortvloeit uit de meerjarige ontwikkeling van de financieringsbehoefte, wordt doorbelast aan de overige programma's.
De rentekosten die aan vaste activa worden toegerekend worden bepaald door middel van een zogenoemde omslagrente. De grondslag van toerekening is de boekwaarde van de vaste activa op 1 januari van het boekjaar en de te verwachten werkelijke rentekosten.